Een placebo kun je zien als een nepmedicijn, al zullen we hieronder uitleggen waarom die definitie eigenlijk niet ideaal is.
De placebo is een veelgebruikt middel in wetenschappelijk onderzoek. Om het effect van een medicijn of een behandeling goed te kunnen bestuderen, zijn een of meerdere controlegroepen nodig. In de eenvoudigste onderzoeksopzet ziet dat er als volgt uit:
Na het toedienen van een medicijn bij de ene groep mensen, wordt nauwkeurig in kaart gebracht welk effect dit middel op hen heeft. Dit effect wordt vergeleken met het effect dat een groep mensen ondervindt die dit middel niet heeft gekregen. Voor objectief onderzoek is het belangrijk dat de mensen in het onderzoek niet weten tot welke groep zij behoren. De groep mensen die niet het medicijn krijgt toegediend, krijgt dan een placebo.
Een placebo bestaat uit zogenaamde niet-werkzame bestanddelen. Een tablet bijvoorbeeld op basis van suiker en zetmeel. Of een behandeling waarbij de patiënt onder narcose wordt gebracht maar waarbij niet alle ingrepen worden verricht die de patiënt denkt dat er worden verricht.
Je zou dus vermoeden dat proefpersonen die een placebo krijgen, er helemaal niets van merken. Toch komt het heel vaak voor dat mensen zich wel beter gaan voelen nadat ze een placebo hebben gekregen. Het tegenovergestelde gebeurt ook: proefpersonen geven aan last te hebben van bijwerkingen van de placebo. Die effecten zijn dan natuurlijk niet toe te schrijven aan de aard van de placebo zelf, maar wijzen op een psychologisch effect. Daar vertellen we je hieronder meer over.
Het placebo effect
Het verschijnsel waarbij mensen een effect ervaren nadat zij een placebo medicijn of behandeling hebben ondergaan, wordt het placebo effect genoemd. Meestal betreft dit een verlichting van bepaalde symptomen maar zoals we al aangaven, kunnen mensen zich ook juist slechter gaan voelen of bijwerkingen ervaren. In dat laatste geval wordt ook wel gesproken van een nocebo effect.
Hoe komt het dat mensen zo sterk een placebo effect kunnen ervaren? Het wordt gedacht dat dit vooral veroorzaakt wordt door het feit dat de patiënt hoop krijgt of een bepaalde verwachting koestert, ook wanneer hij of zij weet dat de kans bestaat dat het middel of de behandeling slechts een placebo is. Ook het vertrouwen in de behandelaar en het onderzoek, nog los van de behandeling zelf, kunnen een rol spelen.
Positieve en negatieve kanten van het placebo effect
Het feit dat de mensen die een placebo krijgen, ook bepaalde effecten kunnen ervaren, maakt het vaak wat lastiger om bij onderzoek een goede vergelijking te maken. Dit kan bijvoorbeeld opgelost worden door een extra controlegroep in het onderzoek mee te nemen: een groep die geen echt medicijn krijgt maar ook geen placebo.
Het is erg interessant na te gaan welke rol een placebo kan spelen in de behandeling van allerlei kwalen. Als klachten ook af kunnen nemen door het toedienen van een placebo dan zou dat soms misschien de voorkeur genieten boven daadwerkelijke medicatie of ingrepen. Aan een placebo kleven namelijk ook geen echte risico’s.
Vanuit ethisch oogpunt is dit natuurlijk nog niet zo simpel. Maar desalniettemin is het iets waar de medische wereld zeker mee bezig is en dat tot interessante ontwikkelingen leidt.